Voor het gezin

Hulp voor het gezin

Wij vinden het belangrijk dat het gezin hulp krijgt. Waarbij zowel de partner als de kinderen om specifieke aandacht vragen.

Wij zijn ervan overtuigd dat een sterk gezin het genezingsproces ondersteund en bijdraagt tot een sneller herstel.

Tevens hebben wij gemerkt dat dit ook de werkgever helpt in het goed uitvoeren van het re-integratie traject, een win win situatie. Want ook de werkgever van de partner merken de effecten zoals zorgverlof en of ziekmelding.

Specifieke hulp

Elk gezin is anders, is uniek. Toch kunnen we enkele specifieke hulpvragen onderscheiden. Wij passen systemische inclusie toe om de specifieke problemen (her)kenbaar te maken en reiken met onze begeleiding handvatten aan om hiermee om te gaan. De problemen zijn meestal, niet altijd, van psychische aard en kunnen daarnaast ook lichamelijke klachten veroorzaken.

De partner

Naast vader of moeder zijn, voelt de partner zich nu ook een mantelzorger en beleeft dit als een dubbele belasting. Doordat er een natuurlijke taak/rol verdeling bestaat in een gezin overheerst het gevoel alles alleen te moeten doen. Ook overheersen angstgevoelens, verlatingsangst, de angst van een mogelijk afscheid. Fysieke klachten zoals vermoeidheid zijn een vaak gehoorde klacht. Ziekmelding bij de werkgever is vaker het gevolg.

De kinderen

De kinderen in een gezin zijn heel kwetsbaar. Bedenk dat een kind al heel goed beseft wat kanker voor een ziekte is. De angst om een ouder te verliezen zit meteen diep in het kind. Afwijkend gedrag is heel vaak het gevolg. Dit is puur een reactie van het kind om er, zo denkt het, mee om te gaan. De aandacht wat hen ten deel valt, school of vereniging, kan juist averechts werken.

Wacht niet te lang op hulp, u en uw kinderen hoeven het niet alleen te doen.

Eigen onderzoek

Sinds de oprichting van Werken Tijdens Kanker in 2011
voeren wij een eigen onderzoek uit.

Wij denken met dit onderzoek de negatieve impact van kanker in de maatschappij te bewijzen.

Het onderzoek richt zich op twee vragen:

1. Aan de patiënt:
"Wat was uw allereerste gedachte bij het horen van de diagnose?"

2. Aan de zorgverlener:
"Wat was de allereerste vraag van de patiënt na het geven van de diagnose?"

Bij 1 gaf iedereen aan een gedachte of een afgeleide daarvan te hebben over de dood.

Bij 2 gaven de medisch deskundige aan dat de meest gestelde eerste vraag was, ..., "Hoe lang heb ik nog?"

Zolang dit het algemene denkbeeld is zullen wij
heel hard nodig zijn.


Van links naar rechts, Joasia, Eugene en Hella.

Wij zijn er voor u!